Avondmaal
Het gedenken
Bij de instelling van het Avondmaal heeft de Here Jezus de discipelen, en met hen de gelovigen van alle tijden, opgeroepen met deze woorden: ‘Doe dit telkens opnieuw om Mij te gedenken’ (Luc. 22:19,20 en 1 Kor. 11:24,25). Wanneer gelovigen het Avondmaal vieren, denken zij daarbij aan wat eens in het verleden is gebeurd: Jezus Christus, die Zijn leven heeft gegeven voor ons.
In dat gedenken blijft het ook maar niet bij het verstand, maar het raakt ons hele leven! Gelovige mensen leren zo om te leven met de grote daden die God heeft gedaan. Dat geeft vertrouwen voor ons leven in het heden. Als wij ons betrokken weten bij wat de Here Jezus voor ons deed, leren we gelovig uitzien naar wat Hij voor ons doet en zal doen.
Bij het Avondmaal gaat het echter niet alleen om het herdenken van het kruis, maar ook om de opstanding van de Here Jezus! ‘Het is volbracht’ gaat hier samen met ‘Hij leeft!’ Wij gedenken niet een gestorven martelaar, maar bij het Avondmaal denken we aan de opgestane Heer, de Levende.
Het verkondigen
Bij zijn uitleg aan de gemeente in Korinte schrijft Paulus: ‘Dus altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat Hij komt.’ Hier worden de aspecten prachtig met elkaar verbonden. Wat in het verleden is gebeurd, moet bekend gemaakt worden. Het Griekse woord dat met ‘verkondigen’ vertaald is, kan ook ‘met woorden bekend maken’ betekenen. En dat is wat gebeurt in de viering. We worden opgeroepen bij en na de viering ‘van Jezus Christus te spreken’. Dat gebeurt door het lezen uit een Bijbelgedeelte en door het zingen van een lied.
Avondmaal vieren is dan ook danken en loven voor wat God ons gegeven heeft en wat wij hebben mogen ontvangen. Het is een duidelijke geloofsbelijdenis in de zichtbare en de onzichtbare wereld dat Jezus Christus de Heer is.
Het verwachten
Dit derde aspect van de viering van het Avondmaal heeft te maken met de toekomst. Voor de Here Jezus was het eerste Avondmaal een afscheidsmaaltijd met Zijn discipelen. Maar met een belofte van weerzien: ‘Ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt, dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader’ (Matteüs 26:29). Jezus brengt zo de viering van het Avondmaal in direct verband met Zijn wederkomst. Daar mogen de discipelen, en ook wij, naar uitzien: straks komt de Here Jezus weer! Straks komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Wij zien nu nog niet alles wat we belijden. ‘Wij leven in vertrouwen op God, wat komen gaat is nog niet zichtbaar’. (2 Korintiërs 5:7). Maar wat gaat komen, is vast en zeker voorzegd. Alle dingen zullen Hem onderworpen zijn. Hij zal als Koning en Vredevorst heersen!
Vieren
Het avondmaal zoals dat in allerlei kerken en geloofsgemeenschappen tot op de dag van vandaag wordt gevierd, vindt zijn oorsprong in de laatste maaltijd, die de Here Jezus met zijn discipelen heeft gevierd in de nacht, waarin Hij werd verraden. Aan deze gebeurtenis is de term ‘avondmaal’ ontleend. In Handelingen 2:46 en 47 lezen wij hoe dat Avondmaal in de eerste Christengemeente gevierd werd.
Wie mogen aan het avondmaal deelnemen?
Het vieren van het Avondmaal is voor allen die met hun mond en hart belijden en geloven dat Jezus Christus voor hun zonden gestorven en opgestaan is. In de meest brede omschrijving stellen wij als gemeente dat we mogen vaststellen dat het Avondmaal als gemeenschap met de levende Christus open is voor alle gelovigen.